Spooky and Sue - I’ve got the need

Spooky is het pseudoniem van de in 1946 op Aruba geboren Iwan Groeneveld. Op zijn vijftiende ging hij varen als matroos. In 1968 kwam hij zo terecht in een Rotterdamse kroeg waar hij meezong met de liedjes uit de jukebox. De vrouw achter de bar was ook de manager van een Rotterdamse soulband, the Swinging Soul Machine, waar Iwan al snel de zanger van werd. De groep had in 1969 overigens zijn grootste hit met een nummer waar hij niet op is te horen: “Spooky’s day off”. Een jaar later verliet Spooky de band die vervolgens verder ging als Machine. Sue Chaloner werd in 1953 geboren in London en groeide op in een pleeggezin nadat ze te vondeling was gelegd. In 1969 kreeg ze een rol in de Britse versie van de musical “Hair”. Met een deel van de cast vertrok ze begin jaren ‘70 naar Nederland en besloot hier te blijven wonen. In 1974 werd Sue door producer Jaap Eggermont gevraagd om samen met Big John Russell het oude Amerikaanse succes “Swinging on a star” in te zingen. Voor optredens in het land en in tv-programma’s werd Spooky ingeschakeld. De single bereikte de 2e plaats in de Top 40. Opvolger “You talk to much”, ook al een oude Amerikaanse hit, bracht het tot nummer 7. “I’ve got the need” was ook al een cover, maar ditmaal van recente datum. Het nummer werd geschreven door Walter Morris met Harry Ray en Al Goodman van the Moments. De groep die samen met the Whatnauts eerder in 1975 in ons land een nummer 1 hit scoorde met “Girls” en later opdoken in het trio Ray, Goodman & Brown. De versie van Spooky & Sue kwam terecht op nummer 8 van de Nederlandse Top 40. De plaat was zelfs een succesje in de Engelse Northern Soul discotheken. Er volgden nog twee singles maar in 1977 ging het duo uit elkaar. Spooky nam nog een geflopte single op en figureerde eind jaren ‘70 in de surfgroep the Surfers. Sue bleef tot op heden actief in de muziek. Harry Ray overleed in 1992, Al Goodman en Big John Russell overleden in 2010.

Rod Stewart - Sailing (Week 39 - 1975)

Roderick David Stewart werd geboren op 10 januari 1945 in Noord-Londen. Vanaf zijn 16e probeerde hij naast zijn vele verschillende baantjes, ook als zanger iets te bereiken. Dat lukte in 1964 toen hij werd ontdekt door Long John Baldry en in the Hoochie Coochie Men ging zingen. Tegelijkertijd tekende hij een solo contract bij Decca Records. Daarna volgden nog bands als Steampacket, Shotgun Express en de Jeff Beck Group. In oktober 1969 werd Rod zanger van the Faces. Een paar maanden later kwam zijn eerste solo album uit. Zowel met de band als solo scoorde hij met name in Engeland een flink aantal hits. “Atlantic crossing” was de zesde elpee van Rod. De titel markeerde zijn nieuwe koers. Hij verhuisde naar Amerika om het Engelse belastingtarief van maar liefst 83 procent te ontlopen. Ook werkte hij niet meer met Ronnie Wood en Ian McLagan van the Faces. In plaats daarvan nam hij zijn nieuwe album op met onder andere leden van Booker T. and the MG’s, en the Memphis Horns. De productie was in handen van Tom Dowd, die eerder producer was van een aantal van Rod’s helden op het Atlantic-label. “Sailing” werd geschreven door Gavin Sutherland van the Sutherland Brothers. Het staat op de in 1972 uitgebrachte elpee “Lifeboat”. Rod nam zijn versie op in de Muscle Shoals Sound Studio in Sheffield, Alabama. Een promotiefilmpje voor het nummer werd opgenomen in de haven van New York. “Sailing” stond uiteindelijk vier weken op de eerste plaats van de Nederlandse Top 40. Ook in Engeland werd de hoogste positie in de hitlijst bereikt en stond daar driemaal in de hitparade. In de Amerikaanse Billboard Hot 100 kwam het nummer niet verder dan de 58e plek. De andere leden van the Faces vonden de nieuwe muzikale koers van Rod maar niets. Eind 1975 kondigde hij zijn vertrek uit de groep aan en viel de band uiteen.